Vuren - grenen
Beide houtsoorten zien er ongeveer hetzelfde uit en worden door mekaar gebruikt en verkocht. Vuren bevat in vergelijking met grenen een donkerdere kleur en bezit kleinere knopen of knoesten. Grenen is geler en grover dan vurenhout maar beiden hebben dezelfde gevlamde tekening.
Schalieberd Valiezen planken 25x150 mm
Schalieberd Valiezen planken 25x175 mm
Schalieberd Valiezen planken 25x200 mm
Schalieberd Valiezen planken 25x225 mm
Schalieberd Valiezen planken 25x150 mm gedrenkt
Schalieberd Valiezen planken 22x145 mm geschaafd
Schalieberd Valiezen planken 25x175 mm gedrenkt
Schalieberd Valiezen planken 22x170 mm geschaafd
Schalieberd Valiezen planken 25x200mm gedrenkt
Schalieberd Valiezen planken 22x195 mm geschaafd
Schalieberd Valiezen planken 25x225mm gedrenkt
Schalieberd Valiezen planken 22x215 mm geschaafd
Latten geschaafd 21x45 mm (af te nemen per veelvoud van 10st) gedrenkt - op voorraad
Kenmerken van vuren
- vurenhout is het hout van de fijnspar – niet van de den
- zowel inlands als ingevoerd
- witachtig tot crèmekleurig kern- en spinthout
- niet duurzaam hout, wel stabiel en elastisch
- gebruikt voor binnentoepassingen zoals deurlijsten, vloeren en meubels
- licht én sterk, en dus uiterst geschikt voor structuren en zelfs vliegtuigbouw
- geschikt voor heel uiteenlopende toepassingen: van elektriciteitspalen en masten, over constructiehout (spanten, structuren …), tot bekisting;
- grondstof voor plaatmateriaal en papier
Herkomst
Vurenhout is het hout van de fijnspar. Dat is de commerciële naam voor de botanische soorten Picea abies of Picea excelsa, die behoort tot de familie van de Pinaceae. België commercialiseert zowel inlands als ingevoerd vurenhout uit Zweden, Finland, Rusland, Polen, Tsjechië en de Baltische staten.
Fijnspar is geen den
In het dagelijkse taalgebruik wordt de fijnspar vaak verward met de den (Pinus sylvestris). Dat wordt nog in de hand gewerkt door de vaak gebruikte benaming Abies – zoals die van het dennengeslacht. En door de benaming ‘Witte Noordse Den’ waarmee Zweden, Finland en Rusland de fijnspar uitvoeren. In de Jurastreek staat de fijnspar bekend als faux sapin (valse dennen) en in de Vogezen als gentil sapin.
Kwaliteit
Vurenhout sorteren volgens de kwaliteit kan op twee manieren:
1) Sorteren naar uitzicht.
De sortering naar uitzicht is louter beschrijvend en vermeldt niets over de toepassing van het hout. Ingevoerd gezaagd hout wordt gesorteerd naar uitzicht. Afhankelijk van de herkomst gelden verschillende sorteringregels.
- Vurenhout uit Zweden en Finland
Hiervoor volgt België ‘Noords hout: sorteringsregels voor gezaagd grenen en vuren’, ook bekend als ‘het Scandinavische groene boekje’. Dat onderscheidt zes kwaliteitsklassen (van I tot VI). ‘Ongesorteerd hout’ groepeert de klassen I, II, III en IV. Daarnaast gebruiken Zweden en Finland ook de kwaliteitsaanduiding saw falling. Daarbij bestaat het hout uit een deel ‘ongesorteerd hout’, een deel zaaghout van klasse V en een tot 20% beperkt deel zaaghout van klasse VI. - Vurenhout uit Rusland
De Russen onderscheiden vijf kwaliteitsklassen. ‘Ongesorteerd hout’ groepeert er de klassen I, II en III. Hun vierde klasse stemt overeen met de saw falling-kwaliteit van de Scandinavische landen, hun vijfde met de zesde kwaliteit van de Scandinavische landen. - Vurenhout uit de Baltische staten, Polen en Tsjechië
De Balten, Polen en Tsjechen voeren saw falling-kwaliteit uit die dicht bij die uit de Scandinavische landen ligt. Ook Europa legde de kwaliteit van vurenhout vast in de norm EN1611-1. Die wijkt grondig af het Scandinavische systeem, dat nochtans stevig in de houtwereld is verankerd.
2) Visuele sortering voor constructiehout:
Hiervoor hanteert België STS 04. Die methode legt een verband tussen het aandeel kwasten op het dwarsvlak (KAR, Knot Area Ratio) en de mechanische eigenschappen van het hout. Ze onderscheidt vier klassen: S4, S6, S8 en S10.
NBN EN 14081 is vanaf 01/09/2009 de referentie voor de CE-markering van constructiehout.
Kleur en tekening
Vurenhout is heel lichtkleurig, witachtig tot crèmekleurig. Bij fijnsparren uit bergstreken is het glanzend en soms zelfs paarlemoerachtig. Kern- en spinthout zijn niet te onderscheiden. De ronde en homogeen brede groeiringen dan weer wel. Waar de banen donkerder rood kleuren, wijst dat op de aanwezigheid van drukhout.
De nerf is fijn bij het traag groeiende hout uit het Noorden of uit bergstreken, en grover bij snelgroeiend hout uit de vlakten. Vurenhout heeft een heel rechte draad. Vurenhout heeft fijne, nog net met het blote oog waarneembare harsgangen.
Op het kwartierse vlak geven de kleine houtstralen een lichte, onopvallende tekening.
Duurzaamheid
Vurenhout is niet duurzaam en gevoelig voor blauwschimmel, vervuring, houtrot en aantasting door insecten, vooral de huisboktor. Het hout laat zich moeilijk impregneren. Zo dringt vocht heel moeilijk door in de houtstructuur, wat de kans op aantasting door zwammen verlaagt.
Droging en vochtgehalte
Vurenhout droogt snel en gemakkelijk. Drogen bij een temperatuur hoger dan 70 °C voorkomt harsuitvloei. Om blauwschimmel en vervuring te vermijden, is het aangewezen vers gezaagd hout snel op te latten. Dat maakt een goede oppervlaktedroging mogelijk.
Bewerking
Vurenhout is gemakkelijk bewerkbaar. Toch kan het scheuren bij schuine draad of dicht bij kwasten. Bij het frezen doet de hardheid van de kwasten soms splinters wegslingeren. Door de kwasten vooraf te stomen, wordt het hout gemakkelijker bewerkbaar. Ondanks het soms wat ruwe oppervlak, is vurenhout gemakkelijk verzaagbaar. Het is ook geschikt voor snij- en schilfineer.
Verlijmen
Vurenhout is gemakkelijk verlijmbaar.
Bevestigen
Vurenhout splijt gemakkelijk bij het nagelen of schroeven. Gebruik schroeven met een langere schroefdraad en grotere diameter.
Afwerking
De afwerking van vurenhout is goed, als het voldoende gedroogd is (tot een vochtgehalte van minder dan 15%). Wilt u vurenhout gebruiken voor buitentoepassingen, dan moet u het hout impregneren in de diepte, wat heel moeilijk is – zelfs in autoclaaf onder vacuüm of druk. Voor constructiehout moet het hout vooraf worden verduurzaamd volgens procedé A2.1.
Toepassingen
Vurenhout in verschillende kwaliteiten wordt gebruikt voor talloze toepassingen:
- spanten en structuren (massief, geïndustrialiseerd of gelijmd gelamelleerd)
- binnenhuisinrichting zoals deurlijsten, wanden, vloerbekleding, lijsten, rolluiken
- elektriciteitspalen, staken, stutten
- plaatmateriaal
- papier
- masten
- meubels
- bekistingen, verpakkingen, paletten
- gebruiksvoorwerpen
- muziekinstrumenten (klankbodems voor violen, gitaren, piano’s, harpen)
- vliegtuigbouw
- bijproducten zoals schors voor verwarming, plaketten voor vervezeling, zaagsel voor kattenbakvulling.
Kenmerken van grenen
Licht tot roodbruin-geel kernhout, wit tot geelachtig wit spinthout
- Eén van de meest toegepaste houtsoorten
- Geschikt voor binnen en buiten (mits verduurzaming)
- Matig tot weinig duurzaam hout
Herkomst
Grenen is de commerciële naam voor Pinus sylvestris. Grove pijn is de juiste Nederlandse naam, al wordt ook vaak grove den gebruikt. De meeste Pinus-soorten komen uit het noordelijke halfrond. Al vind je ze ook in Chili, Brazilië, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland, Midden- en Zuid-Europa, …
Uitzicht
De takken groeien in kransen om de stam. Het groeigebied is enorm verspreid: afmetingen en kwaliteiten verschillen dus behoorlijk. De boom wordt zo’n 35 meter hoog, met een diameter tussen 30 en 50 cm. De stam is recht en cilindrisch, en takvrij tot ongeveer 10 meter.
Kleur en tekening
Het kernhout is licht tot roodbruin-geel. Het spinthout is wit tot geelachtig wit. Allebei worden ze donkerder na blootstelling aan licht. De kwasten zijn bruin, redelijk groot en verspreid in kransen. Op dosse heeft het een duidelijke vlamtekening, op kwartier een streeptekening. Op dosse ziet u vaak heel fijne streepjes op het tangentiële vlak: dat zijn de harskanaaltjes. Harsconcentraties herkent u als donkere vlekken. Meestal is de draad recht en de nerf (matig) fijn.
Duurzaamheid
Het kernhout is matig tot weinig duurzaam (natuurlijke duurzaamheidsklasse III-IV), het spint is niet duurzaam (natuurlijke duurzaamheidsklasse V).
Kwaliteit
Grenen wordt visueel of machinaal gesorteerd, op basis van verschillende criteria. Wordt het bijv. voor schrijnwerk gebruikt, dan gelden esthetische normen. Dient het dan weer voor constructie, dan tellen andere criteria. De belangrijkste normen voor sortering naar uitzicht zijn de Scandinavische exportregels, de Antwerpse sortering en de EN 1611-1. De STS 04 bepaalt de regels voor visuele sterktesortering. NBN EN 14081 is vanaf 1 september 2009 de referentie voor CE-markering van constructiehout.
Droging en vochtgehalte
Versgezaagd hout moet snel onder de 20% gedroogd worden, om blauwschimmel en rot te vermijden. Grenen droogt goed en snel, maar er is toch wat risico op scheuren of verkleuren bij hoge temperaturen.
Bewerking en behandeling
Grenen is prima te boren, frezen, schuren, spijkeren, schroeven en te lijmen. Het hars hecht zich soms aan de schaafmessen: af en toe ontvetten is de boodschap. Heeft het hout een laag vochtgehalte, pas dan uw schaafsnelheid aan om uitspringende kwasten te vermijden. Het kernhout is moeilijk, maar het spint net gemakkelijk te verduurzamen. Na hittebehandeling is grenen perfect voor toepassingen in weer en wind. De meubelindustrie loogt en bleekt ook het hout.
Toepassingen
- daktimmerwerk (verduurzaming volgens procedé A 2.1)
- vloerbalken (verduurzaming volgens procedé A 2.1)
- gevelbekleding (verduurzaming volgens procedé A 3)
- dakspanten (verduurzaming volgens procedé A 2.1)
- trappen
- wanden
- plafonds
- vloeren
- keukens
- kasten
- verpakkingen (kratten, kisten, paletten)
- lijstwerk
- planchetten voor plafonds en wanden
- panelen
- schermen, hekken, paaltjes, schuttingen voor de tuin (verduurzaming volgens procedé A 4.1-grondcontact)
- plaatmateriaal (spaanplaat, multiplex, MDF, OSB)